Abigail

Het verhaal over Abigail vinden we in het bijbelboek 1 Samuel. Ze wordt in hoofdstuk 25 geïntroduceerd als de vrouw van Nabal. Van beiden wordt een beschrijving gegeven: Nabal was groot, rijk en hard en boosaardig. Abigail wordt geschetst als een mooie en intelligente vrouw. In het verhaal was Nabal in het veld om zijn schapen te scheren, die David met zijn groep (ongevraagd?) had beschermd. Het oogstfeest waarbij dat plaatsvond was een bekende gebeurtenis waarbij nog grotere gastvrijheid van je buren verwacht kon worden dan normaal in die cultuur al gebruikelijk was. David had jongelingen gestuurd om Nabal om voedsel te vragen maar Nabal weigerde dat: “Wie is die David, de zoon van Isaï? Er zijn tegenwoordig zoveel slaven die weglopen bij hun meester!” Toen David daarvan hoorde nam hij de wapens op om met zijn groep naar Nabal te gaan: hij was woest en sprak in grove taal: niet één van hen “die tegen de muur pist” wilde hij nog in leven laten. Maar een van de bedienden van Nabal ging naar Abigail en vertelde haar wat er was gebeurd, en dat David met zijn groep mannen hen als dienaren van Nabal de afgelopen tijd juist beschermd had. Abigail verzamelde voedsel en reed op een ezel David tegemoet. De man van wie ze niets te verwachten had dan moord en verkrachting voor haar huishouden en haarzelf. Ze viel voor hem neer en verontschuldigde zich voor haar man: “Nabal is zo dom als zijn naam al zegt”. Een meesteres in deëscalerend optreden! Ze bepleitte bij David dat hij zichzelf zou inhouden om geen bloedschuld op zich te laden. Haar toespraak tegen David staat bekend als een van hoog literair niveau, zoals de gedichten van Hannah, Mirjam en Debora ook bekend staan. Het is ook een van de meest uitgebreide weergaven van de woorden van een vrouw in de bijbel. David nam het voedsel van haar aan. Abigail ging terug naar haar man en trof hem dronken aan. In haar afwezigheid had hij een feestmaal “als van een koning” aangericht. Ze vertelde hem, nadat hij de volgende ochtend weer nuchter was geworden, van haar ontmoeting met David, en Nabal versteende. Tien dagen later stierf hij. Die tien dagen hebben in de Joodse traditie een betekenis: tien dagen om berouw te krijgen en jezelf te bekeren, zoals de tien dagen tussen Rosj Hasjana (Joods Nieuwjaar) en Jom Kippoer (Grote Verzoendag).
Toen David hoorde van Nabals dood stuurde hij een bode om Abigail te halen om zijn (derde) vrouw te worden. Haar reactie spreekt voor zich: Abigail boog zich plat naar de grond en zei dat ze bereid was als slavin de voeten van Davids dienaren te wassen. Ze ging met hen mee en werd zijn vrouw. Abigail werd ook moeder van zijn tweede zoon, met de naam Daniel (Kronieken), Chileab (Masoretische tekst van Samuel) of Dalouia (Septuagint 2 Samuel 3:3): daarover is geen eenduidigheid. Chileab en Dalouia lijken het meest waarschijnlijk gezien de gelijke betekenis: “zelfbeheersing (inhouden) van de vader”.
De naam Abigail betekent “vreugde van mijn vader“. Het is een samenstelling van het woord “ab”, “vader”, en de stam “gyl” “zich verheugen”. Ook een halfzus van David had deze naam. De term “vader” kan biologisch maar ook sociaal worden opgevat. Mogelijk komt het woord ‘ab’ van ‘Abu’, ‘beslissen’. De vader is dan degene die de regels in de gemeenschap bepaalt. Het woord ‘gil’ drukt een cirkelvormige beweging uit, zoals wordt geassocieerd met dansen van vreugde en blijdschap. Abigail: eerst de vrouw van een rijk heerser over een landgoed, daarna getrouwd met de koning van Israel.
De Joodse Talmoed breidt de beschrijving van Abigail nog verder uit: zij is een van de vier vrouwen die schoonheid in de wereld brengen. De andere drie zijn overigens Rachab, Sara en Esther. In de Joodse traditie wordt het verhaal van Abigail gezien als spiegelverhaal van het verhaal over Batseba. David laat in beide verhalen zich van een heel andere kant zien; beide verhalen helpen om te leren wat voor persoon David was en beide kanten geven een completer beeld van zijn karakter.
In de Talmoed wordt Abigail als profetes waargenomen: ze reed op een ezel de berg af (geassocieerd met profeten, koningen, en brood), en voorzegde, als vrouw, als eerste aan David dat God hem koning zou maken in een geslachtsreeks van koningen. Door haar ingrijpen voorkwam ze dat David een zonde beging, door Nabal te doden. Maar ook bood ze zich aan als beschikbare huwelijkspartner, mocht Nabal door toedoen van David omkomen. Zo voorzag ze (in) haar eigen toekomst.
Haar uitspraak in vers 29 is een bekende wens geworden in het Jodendom: laat uw ziel gebonden zijn in de bundel van de levenden/het eeuwige leven. Dit is een van de zinnen in de bijbel die de mogelijkheid van ‘leven na de dood’ hebben geopend als optie in discussies tussen rabbijnen. In Joodse rouwadvertenties en op Joodse grafzerken vind je vaak deze zin, of de afkorting T.N.Ts.B.H die naar deze zin verwijst. Zo heeft Abigail blijvend zeggingskracht gehouden.
Meer lezen?